De Heer is mijn Herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij omringt mij met zijn liefde.

 

De Heer is mijn Herder,
het ontbreekt mij aan niets.
Hij laat mij rusten in zijn nabijheid.

 

Hij roept mijn naam; ik hoor zijn stem; Hij de mijne.
Als ik dwaal, zoekt Hij mij op; brengt mij veilig thuis.
Mijn Herder verzorgt al mijn wonden; heeft mij teder verbonden.
Er is geen betere plek dan bij Hem te zijn.

 

Hij gaat mij voor; ik volg zijn spoor; Hij zal leiden.
Als ik val, geeft Hij mij kracht om weer op te staan.
Mijn Herder beschermt heel mijn leven door het zijne te geven.
Er is geen betere plek dan bij Hem te zijn.

 

Al gaat mijn weg door een donker dal;
ik weet dat Hij mij brengen zal naar een plaats
waar ik eeuwig thuis zal zijn.